Wat is de oorzaak van het syndroom?
Het CDC-syndroom of
cri-du-chat-syndroom wordt veroorzaakt door een fout in het erfelijk materiaal.
In 90% van de gevallen wordt de fout niet overgeërfd maar ontstaat het in de
periode na de bevruchting van de eicel en de zaadcel. Een tweede kind krijgen
met het cri-du-chat-syndroom wordt dan ook geschat op 1%. De kans is dus heel
klein. In 10% van de gevallen blijkt het foutje wel overgeërfd te zijn. In dit
geval is er een vergrote kans van 25% om een tweede kind met hetzelfde syndroom
te krijgen.
Bij kinderen met het cri-du-chat-syndroom ontbreekt er een stukje chromosoom op het 5de chromosoom. Een chromosoom bestaat uit een korte en een lange arm. Bij kinderen met het CDC-syndroom ontbreekt er een stukje op de korte arm. Vandaar ook de term 5p-deletie syndroom of 5p-syndroom. Hoe meer er ontbreekt, hoe ernstiger de klachten van het syndroom zullen zijn.
Bij kinderen met het cri-du-chat-syndroom ontbreekt er een stukje chromosoom op het 5de chromosoom. Een chromosoom bestaat uit een korte en een lange arm. Bij kinderen met het CDC-syndroom ontbreekt er een stukje op de korte arm. Vandaar ook de term 5p-deletie syndroom of 5p-syndroom. Hoe meer er ontbreekt, hoe ernstiger de klachten van het syndroom zullen zijn.
Baby's met het cri-du-chat syndroom
hebben vaak een laag geboortegewicht. Ze kunnen huilen met een hoog ‘katachtig’
geluid huilen. Cri du chat betekent ´katachtig huilen´. De naam van dit
syndroom komt daar vandaan.
Wat is het
niveau van functioneren over het algemeen van mensen met dit syndroom?
Het is niet mogelijk te voorspellen
hoe het kind later zal worden. Er bestaan onderling grote verschillen. Zo leert
het ene kind sneller dan het andere. Het ene kind gaat praten en het andere
niet of nauwelijks. Sommige kinderen zijn heel sociaal en andere kinderen
schrikken van elke verandering. Er zijn kinderen die leren goed te
communiceren, bij andere is voortdurend een vertaling nodig om hun wensen te
kunnen begrijpen. Kortom ieder kind zal zich op zijn/haar eigen manier
ontwikkelen.
Hoe
verloopt dit syndroom in vergelijking met de normale ontwikkelingspsychologie?
En wat is de prognose?
De mate van beperking en handicap is
zeer divers. Er zijn kinderen die
normaal basisonderwijs doorlopen,
kinderen die als gevolg van motorische
en verstandelijke beperkingen het zeer
moeilijk lerende kinderen school volgen en er zijn
kinderen die naar een gespecialiseerde
dagopvang gaan. Begrijpelijk is dan
ook dat het toekomstbeeld voor deze
mensen zeer verschillend is. Dit kan
verschillen van gaan werken tot het zo
lang mogelijk in stand houden van
de verworven vaardigheden.
Welke
bijkomende problemen en/of handicaps komen voor bij dit syndroom?
Alle kinderen met cri-du-chat syndroom
hebben verstandelijke
beperkingen, maar de ernst hiervan is
per kind verschillend. Dat kan een
matige verstandelijke handicap zijn,
maar ook alleen lichte
leermoeilijkheden of juist een
ernstige verstandelijke handicap. Een kind
met cri-du-chat syndroom is doorgaans
levendig van aard, opgeruimd van
karakter en geïnteresseerd in
zijn/haar omgeving
Wat hebben
deze bijkomende problemen voor gevolgen?
Kinderen met het cri-du-chat syndroom
praten moeilijk, maar kunnen losse woordjes zeggen. Er is dus communicatie
mogelijk, maar bij sommigen wel moeilijk.
Ook hebben ze een
ontwikkelingsachterstand. Het gemiddelde IQ is 30-40, maar daarop zijn
uitzonderingen. Zowel naar beneden als naar boven. Alle kinderen gaan naar
speciaal onderwijs en veel kunnen niet zelfstandig gaan wonen en functioneren.
Hier hebben ze begeleiding bij nodig.
Wat zijn
de belangrijke aandachtspunten voor de begeleiding en verzorging bij mensen met
dit syndroom?
Begeleiding en ondersteuning van
ouders van een kind met het cri-du-chat syndroom is ook heel belangrijk. Via de
patiëntenvereniging kunnen ouders in contact komen met andere ouders met
dezelfde aandoening. Ook via het forum van bijvoorbeeld kinderneurologie.eu
bestaat de mogelijkheid om een oproepje te plaatsen om in contact te komen met
andere ouders met het cri-du-chat syndroom of met ouders die een kind hebben
met een ontwikkelingsachterstand vanwege een andere reden. Ook een
maatschappelijk werkende of een psycholoog kan begeleiding geven bij het
verwerken van de diagnose en om de ziekte een plaats te geven in het leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten